Het begin - deel 2

Tobi:We zijn er bijna!
Mat:Ik wist niet dat het zo dichtbij was.
Izaya:dat is mooi!
(Ze keken naar het eiland.)
Mat:Ja.
Tobi:dus waarom wou je hier zo graag heen?
Izaya:Ja?
Mat:Dat doet er nu niet toe, Laaten we eerst naar het eiland gaan.
Tobi:Oke?
Izaya:Laaten we gaan!
Mat:Ja!
Tobi:Oke!
(Even later toen ze op het strand waren.)
Izaya:Ehuum... dus welke kant op?
Mat:Waar is de kaart?
Tobi:Hier.
(Tobi gaf de kaart aan Mat.)
Mat:Ik denk dat het die kant op is.
Izaya:Oke, Laaten we gaan dan.
(Even later toen ze het bos ingelopen waaren, Na een poosje geloopen te hebben.)
Tobi:Zijn we er al?
Mat:Bijna.
Izaya:Waar zoeken we eiglijk naar?
Mat:Een schat.
Tobi:Schat?
Mat:Ja een schat.
Izaya:Met goud en diamanten?
Mat:Weet ik niet.
Tobi:Dat helpt.
Geluid:Grrr...
Izaya:Hoorde jullie dat?
Mat:Wat?
Geluid(Wat harder):Grrr...
Izaya:Dat.
Tobi:Ik hoorde het ja.
Mat:Wat is dat?
Izaya:Als ik dat wist had ik het niet gevraagt.
(Er sprong een wolf uit de bosjes, en daarna veel wolfen meer.)
Tobi:Ooooh... Nu weten we het.
Mat:Ja...
Wolfen:Grrrrr...
Izaya:Dus wat gaan we nu doen?
Mat:Het ziet er naar uit dat ze willen vechten.
Tobi:Yey!
Izaya:Oke... Ja moet dan maar.
(De grootste wolf sprong op hun af, toen hij op de grond kwam viel hij naar beneden door een gat dat was bedekt door bladeren en takken.)
Mat:Oké?
Tobi:Ahhhh...
Izaya:oh een grot, Mischien is daar die schat?
Mat:Dat kan niet die is nog een stuckje veder, Maar laten we toch maar kijken.
Tobi:Ja.
(even later in de grot.)
Izaya:Gelukig had je dat touw bij je.
Mat:Ja.
Tobi:Eten we wolfen vlees?
Izaya:Hij leeft nog hoor.
Tobi:Dus eten we wolfen vlees?
Izaya:Nee!
Tobi:Aaahh...
Mat:We moeten zijn wonden verbinden.
Izaya:Ja.
(Terwijl Mat en Izaya de wolf zijn wonden verbonden, keek Tobi rond.)
Tobi:Het is pikkedonker hier.
(Mat en Izaya waaren klaar.)
Mat:Ja, ik heb geen lantaren bij me ofzoiets.
Izaya:Ik ook niet.
(De Wolfen jankte van boven uit het gat, en de ogen van de wolfen baas(die gevallen was) gingen open.)
Tobi(Keek om):Euhm jongens die wolf heeft zijn ogen open gedaan.
Izaya:Oh ja ik zie het.
Wolf denkt: Ze hebben me geholpen dus ik zal hun nu helpen.(de grijzige ogen van de wolf begonnen te gloeien .)
Mat:Wat?
Izaya:Wat gebeurt daar?
(De ogen van de wolf die licht en het donkere van de grot gleed weg naar de wolf toe.)
Izaya:Duivelfruit?
Mat:Het lijkt er wel op.
Izaya: Ooh... cool.
Tobi:Hey! Kijk hier een schatkist!
Mat:Maar we horen er nog niet te zijn.
Izaya:Maak hem open.
Tobi:Oke.
(Tobi probeerde de kist teopenen, maar die zat opslot.)
Tobi:Op slot.
Mat:Gebruik je zwaard dan.
Tobi:Oke.
(Tobi trok een bot dat op een zwaard leek uit zijn arm en probeerde de kist open te maken, nu lukten het wel.)
Tobi:Ah hij is open.
Izaya:Oke! Wat zit er in?
Tobi:Een kaart denk ik.
Mat:Dan is het toch niet de schat die wij zoeken.
Tobi(Gaf de kaart aan Mat):Hier.
Izaya:Wat staat er in?
Mat:Ik zal even kijken,
"De schat licht aan het einde van het rotspad.
In een krater achter het water.
Om het water te kunnen temmen moet je wel kunnen zwemmen.
De inhoud is waarschijnlijk goud.
Zoals je mischien kunt raden ook sieraden."
Tobi:Het rijmt!
Izaya:Een aanwijzing naar de schat dus.
Mat:Ja, Hey kijk er licht een sleutel onder.
Tobi:Een sleutel?
Izaya:Laten we hem maar mee nemen dan.
Mat:Ja.
Izaya:Dus aan het einde van een rotspad...
Mat:We hebben alleen nog maar door het zand heen gelopen.
Tobi:Ja.
Izaya:Laten we eerst weer naar boven gaan.
Mat:Ja, maar hoe krijgen we die wolf boven?
Wolf:owhooo!(en de wolf sprong zelf naar boven.)
Tobi:Ha, das makkelijk.
Izaya:Nou laten wij dan ook maar nar boven gaan.
Mat:Ja.
(even later toen ze weer naar boven geklommen waren.)
Tobi:Dus moeten we nu een steenen pad gaan zoeken ofzo?
Izaya:Ik denk het.
Mat:Maar waar dan?
wolf:Ohwwwooou!
Tobi:wat?
(Wolf ging met zijn neus nar het noorden.)
Izaya:Ik denk dat we hem moeten volgen.
Wolf:Ohw Ohw.
Izaya:Zie je?
Mat:Ja.
Tobi:Laten we gaan dan!
(De Wolf liep de bosjes in, En Izaya, Tobi en Mat erachter aan.)
Tobi:Zijn we er al bijna?
Mat:Ik denk het niet.
Tobi:Nouuw!
Wolf:Grr.grr...
Izaya:Ik denk dat wel er zijn.
Tobi:Jaa!
(en ze zagen een berg en vliegende rotsen.)
Mat:Dat is het rotspad?
Izaya:Denk het wel.
Tobi:Hoe zweven ze?
Mat:Ik weet het niet maar je komt nog wel gekkeren dingen tegen als je op de grand line bent.
Izaya:Ja, maar voor nu laten we naar boven gaan.
(Izaya,Mat en Tobi Sprongen van rots naar rots terwijl de wolf weg ging.)
Tobi:Wel een aardige wolf!
Mat:Komt omdat we hem geholpen hadden toen hij viel.
Izaya:Ja, Kijk we zijn er bijna.
(Toen ze helemaal boven waren.)
Tobi:Woooooow..., een waterval!
Mat:"In een krater achter het water.
Om het water te kunnen temmen moet je wel kunnen zwemmen." Dus we moeten zwemmen in deze krater.
Izaya:Ik denk het, er zit waaarschijnlijk een grot achter de waterval.
Tobi:We kunnen helmaal niet zwemmen!
Mat:Ik wel.
Izaya:Maar wij willen ook mee hoor.
Mat:Moeten we een boot maken.
(En ze gooiden een tak op het water, Toen de tak het water raakte werdt hij ineens naar beneden gezogen.)
Izaya:Euhm... Dat is niet goed.
Tobi:Nee.
Mat:Oke...Maar waarom stond er in het raadsel dan dat we moeten kunnen zwemmen?
Izaya:Ik weet het niet, Maar ik  weet wel een manier om erachter te komen.
Tobi:Wat dan?
Izaya:Mat heb je dat touw nog?
Mat:Ja.
Izaya:Oke bind het om je middel.
Mat:oke.
Tobi:Wat ben je van plan?
Izaya:Wacht maar.
Mat:Klaar.
Izaya:Oke, geef mij het andere uiteinde van het touw.
Tobi:hierzo.
Mat:wacht is even, ga je doen wat ik denk dat je gaat doen.
Izaya:Ik denk het wel, Tobi Duwen!
(Izaya en Tobi duwde Mat in het water, Maar Mat werd niet naar benede gezogen.)
Izaya:Aha je kunt het dus wel zwemmen, Mat kom er is uit.
Mat:Waarom doe je dat!
Izaya:Ik dacht dat we wouden weten waarom we moesten kunnen zwemmen.
Tobi:Maar dit helpt niet wij kunen er niet over.
Izaya:Daar heb ik al wat opbedacht.
Mat:Wat moet ik jullie daar heen zwemmen ofzo?
Izaya:nee hoor, kijk maar.
Izaya:Paras Paras No Burijji(Brug)
(Izaya maakte een plastic brug.)
Mat:Had je dat niet erder kunnen doen nu ben ik zeiknat!
Izaya:Ik bedacht het net pas.
Mat:Grrr...
Tobi:Mat je klonk net zo als die wolf! haha.
Mat:Tobi hou je mond!
Tobi:Maar dat wil ik niet!
Izaya:Haha, Laten we gaan.
(Izaya, Mat en Tobi Liepen de brug over, Toen ze bij de waterval waren stopte ze.)
Izaya:Wat als er geen tunnel is?
Tobi:Wacht maar ik heb een idee, Hone Hone no dino.
(Er groeide een klein dino skalet uit de grond.)
Izaya:Ja Dat kunnen we proberen.
Tobi:Oke Bono ga kijken of er een grot is!
(En Bono liep door het water, En iets later kwam hij terug.)
Bono:Grgrgrrrgr..
(Bono schudden "ja".)
Mat:Dat is dan mooi makkelijk, De schat moet hier binnen zijn.
Izaya:laten we gaan.
Tobi:Oke!
Mat:Ja.
(Izaya, Mat en Tobi liepen naar binnen.)
Tobi:Goud!Goud!Goud!
Izaya:Wow, Dat is best veel.
Mat:Ja, Pak wat je pakken kan.
Tobi:JA!
(Mat zocht ergensnaar terwijl Izaya en Tobi goud op pakte.)
Mat:Waar is het?
Izaya:Wat?
Mat:Het ding waar ik voor gekomen ben.
Tobi:Waar ben je voor gekomen?
Mat:Een ketting met specialen kracht.
Izaya:Ik heb geen ketting gezien.
Tobi:Ik ook niet, Maar er is daar wel een extra gang.
Mat:Ja ik zag het, Laten we gaan kijken.
(Izaya,Mat en Tobi liepen door de gang tot ze in een kleun kamertje kwamen.)
Mat:Kijk daar is het, Achter die tralies.
Izaya:Ik zie het, maar hoe komen we daar?
Tobi:Ik sloop de tralies wel met mn zwaart, Hone Hone No Katana.
(Tobi rende naar de tralies met het zwaard boven zijn hoofd en hakte)
Tobi:Huh? Niks, Maar ik voel me zwakker.
Mat:Die tralies zijn gemaakt van zeesteen denk ik.
Izaya:We kunnen daar dus niks mee, Hé wacht is even was er niet een sleutel in die schatkist?
Tobi:Ja, Waar is die?
Mat: Ik heb hem.
(en Mat probeerden de deur te openen, en dat lukte.)
Mat:Yes! Hij is open!
Izaya:Oke, Dus wat doet die ketting nou?
Tobi:Ja?
Mat:Oke, Het is een watersteen ketting daar door krijg ik watersteen kracht.
Izaya:Dus daar hebben wij twee niks aan?
Mat:Nee.
Tobi:Aaaww.
Izaya:Laten we gaan.
Mat:Ja, Vergeet het goud niet.
izaya:Jij draagt ook wat!
Tobi:Ja!
Mat:Oke oke.
(Toen ze uit de grot waaren en terug liepen naar het bootje.)
Izaya:Dus waar gaan we nu heen?
Mat:Naar een eiland dat Logue town heet, denk ik.
Tobi:Het eiland het dichtst bij de grand line.
Izaya:Lijkt me een goed idee.
(en Izaya, Mat en Tobi sprongen in hun bootje en vaarde weg.)